Skip to content

LANG GELEDEN...

Iedereen houdt van een goed verhaal? Voor Nicolas Gilsoul startte het pad naar de rally nog voor zijn geboorte. (Interview door Becs Williams)

Bedankt, Stig!

Het was het wisselen van een blik tussen twee mensen dat leidde tot de start van de carrière van een van de professionele corijders uit het WRC.

Het begon met het wisselen van een blik tussen twee mensen, een blik die de start van een carrière van een professionele corijder zou vastleggen. Zijn ouders ontmoetten elkaar op een rallywedstrijd en zo begon het verhaal van een jonge man die zou uitgroeien tot een professionele corijder die het hoogste in zijn sport zou bereiken: het FIA World Rally Championship. We schrijven 1975 toen zijn vader als toeschouwer naar de Boucles de Spa trok en er de ‘The Stig’ (Stig Blomqvist, 1984 WRC kampioen), aan het werk zag. De Zweed vloog over de proeven, maar niet alleen de Zweed trok de aandacht. Collette was er ook in de Ardennen en daar vond de ontmoeting plaats, op de proef van Awan-Aywaille. In 1979 trouwden ze en baby Nicolas Gilsoul volgde in 1982. Nico kon met zo’n voorgeschiedenis niet anders dan in de wieg gelegd zijn voor de rallysport…

Nico’s vader maakte deel van een lokale autosportclub uit, de Ecurie Le Sanglier en zat zelf in de organisatie van een aantal evenementen in de sport. Hij spendeerde veel van zijn tijd aan de sport en kreeg daarvoor ook heel veel respect. Nico groeide op en hij vergezelde zijn vader meer en meer op de proeven. Hoewel zijn vader meer dan gepassioneerd was, had hij niet de intentie om zelf te rijden, iets wat voor Nico moeilijk te vatten was.

Rally in de kindertijd

“Mijn vader deed nooit aan competitie en dat was moeilijk te vatten voor me, zeker omdat hij altijd met de sport bezig was. Hij was onder meer wedstrijdleider voor een organisatie, maar bekleedde nog heel wat andere functies. Mijn vader is een werker, een doener, hij startte op zijn 14de en houdt er van om andere mensen te helpen. Hij zat in diverse organisaties, hielp rijders en zorgde er mee voor dat toeschouwers hun favoriete sport konden beleven. Zelf had hij niet de bedoeling om te rijden, maar als tiener was dat moeilijk te vatten. Zelf maakte ik ook deel uit van de club, onder meer door roadbooks samen te stellen, te gaan verkennen om nieuwe wegen te ontdekken en uiteindelijk was mijn doel wel om zelf te rijden. Ik telde af naar de leeftijd om een licentie te behalen. Mijn vader was zo niet en dat was vreemd.”

De moeder van Nico was niet zo fervent begaan met de sport, maar steunde haar man en zoon wel in hun passie.

“Mijn moeder keek naar de rally als er een in het dorp passeerde, ze was ook amper 16 of 17 en sport was niet echt haar ding. Ze respecteerde de passie van mijn vader, maar ze zag de rallysport anders. Sinds ik zelf aan rally doe, steunen en helpen ze me allebei. Toen ik nog in het Belgische kampioenschap aanwezig was, stonden ze vaak aan iedere finish met iets om te eten of te drinken en ze keken naar de tijden. In die tijd, zeker op lokaal vlak, had je echt niet zo snel toegang tot de resultaten als nu. Je moest je behelpen en als je daarbij hulp kreeg, was dat een voordeel om je wedstrijd uit te stippelen. Mijn ouders waren er altijd voor ons en hielpen waar ze konden.”

Nico ging dus eerst mee naar wedstrijden alvorens hij ook in de organisatie hielp. Op zijn 12de startte hij al met wedstrijden op de openbare weg, tot 60 kilometer lang, en daar leerde hij hoe roadbooks gemaakt worden en al de andere kneepjes van het vak, tot nota’s toe. De kiem van de toekomst lag daar. Nico leek zijn kant in de auto te hebben gekozen.

De eerste wedstrijden

“Als teenager had ik een passie voor kaarten en roadbooks… Elke vrijdag waren er geheime wedstrijden waar ik aan deelnam. Daardoor hebben we in ons land heel wat corijders die ook kaart kunnen lezen, gemiddelden kunnen aanhouden. We leerden het met oude kaarten, waar wegen op ontbraken, maar het leverde ons heel wat kennis op. Ik wist tevens ook dat mijn ouders niet over de financiële draagkracht beschikten om mij continu te ondersteunen in de sport. Ik was vaak in het gezelschap van oudere mensen en zag zeer goed hoe moeilijk het was om een wagen te kopen, en om zelf te rijden. Ik verbeterde mijn kennis al corijder en wist dat dat mijn plaats was. Ik kreeg dan de kans om voor het eerst aan een echte rally deel te nemen als corijder en ik merkte dat werken met een oudere rijder heel nuttig is. Ervaring is een sleutelwoord en dat krijg je niet als je rijdt met een vriend van dezelfde leeftijd die even zot is als jij… Dan verlies je tijd en middelen, die kostbaar zijn. Met een meer ervaren rijder gebeurt dat veel minder en ik heb dan ook veel te danken aan die mensen die me de kans gaven om te groeien.”

De eerste rally volgde in 2000, in een Opel Corsa MK1 groep A. De ervaring van Nico begon te lonen. Hij maakte meer en meer progressie, niet in het minst door nog meer met de oudere leden van de club te werken en ondertussen leerde hij ook van zijn vader die nog steeds in de organisatie van wedstrijden betrokken was. Nico leerde zo om geconcentreerd te zijn en een eigen methode te ontwikkelen die hij tot op de dag van vandaag hanteert en verbetert. In 1998 reed hij mee in zijn eerste Historic rally – op zijn 17de – en werd tweede! Een autosportjournalist publiceerde een artikel met als titel ‘A star is born’ – en hoe kon die man dat weten!

“Ik herinner me dat ik het artikel heb bijgehouden en het is grappig om het vandaag opnieuw te lezen. Ik heb dan altijd de indruk dat het niet zo lang geleden is, maar ik ben ondertussen 34… Het is dus wel al lang geleden en nog steeds geef ik me 100% en volg ik een plan. Dat werkte toen en dat werkt nu. Ik reed vaak tegen teams met veel oudere teamleden, mensen die vaak tussen de 40 en 50 jaar oud waren, met tonnen ervaring. Zij hadden die passie voor de historische rally, maar door hun werk tijdens de week, startten ze meestal niet zo fris als ik aan de wedstrijden. Een student kan al eens bijslapen… We konden ons ook beter voorbereiden en dat maakte dat we vaak bijzonder gretig aan de start verschenen. Het was allemaal wat vervelend voor hen, een 17-jarige, met wat overgewicht die geen bril nodig had en toch goed presteerde. Ik weet nog steeds niet of ze me graag hadden of niet.”

In 2002 was Nico aan het werk voor de organisatie van een regionale rally in Aywaille met Ecurie Le Sanglier. Hij hielp onder meer om partners te vinden voor het rallyprogramma, maar hielp ook met de proeven, de controle van de roadbooks… Hij was de enige met de ervaring van een corijder en kon dus een belangrijke bijdrage aan het werk leveren. Enkele weken voor de rally, kreeg Nico het aanbod om rechts te gaan zitten in een groep N Mitsubishi EVO 7. Het was een beloning voor al het harde werk van Gilsoul, die zijn kennis verder op punt wilde stellen.

“Ik herinner me alsof het gisteren was. Het was een Mitsubishi Evo 7, full groep N spec, en zo’n auto was toen in zo’n regionaal evenement best wel iets bijzonders! In die tijd hielp ik mijn vader enorm veel en we waren met zijn drieën om de rally te organiseren. Een van zijn beste vrienden, hijzelf en ik deden het werk, waarbij ik dat naast mijn schoolwerk moest doen. Drie weken voor de rally kreeg ik dan dat voorstel en het kwam van iemand die ik hielp op nationaal niveau, zoals mijn ouders voor mij deden tijdens de wedstrijden, met de tijden en wat eten en drinken aan de finish staan. Ik kon zo de rally nog beter leren kennen en hij wilde mij op die manier voor het werk bedanken. Hij gaf me nu dus de kans om in een rally te starten en dan nog de rally die ikzelf mee hielp organiseren. Ik sprak er met mijn vader over en hij was toch te overtuigen, al was het niet makkelijk. We deden het organisatiewerk verder en uiteindelijk stemde hij dus in. Overigens hadden wij het geluk dat we net na het einde van het nationale kampioenschap vielen en dus kwamen heel wat rijders van het BK nog eens voor het plezier meedoen. We hadden zo heel wat mooie wagens aan de start staan en mooie namen op de affiche! Bovendien konden mijn vriend en ik de wedstrijd winnen… Bovendien deden we dat met de middelen van een regionale wedstrijd, zoals commerciële banden en geen echte competitiebanden; Echter, ik kreeg ook de smaak te pakken, dit was wat ik echt wilde doen. Het was alsof er een duiveltje en een engeltje op mijn schouder zaten die ieder hun zin wilden krijgen. Ik wilde iedereen laten weten hoe super het was, maar besefte ook dat er heel wat risico’s aan verbonden waren. Het engeltje leek wel te zeggen: “Zoek een echte job en verlies je tijd en geld niet.”

Bruno Thiry

Met een eerste grote ervaring in de koffer, wilde Nico echt verdergaan en dat ondanks het feit dat hij zich er van bewust was hoe moeilijk dat zou zijn, zeker op professioneel niveau. Zijn ouders kennen de sport door en door en hoe vertaalde dat zich in hun houding?
“Om eerlijk te zijn, ik had een akkoord met hen dat mijn resultaten goed moesten zijn om aan rally te mogen doen. Indien dat niet het geval zou zijn, dan was het neen. Nu was rally op dat ogenblik een passie in mijn vrije tijd, niet meer. Toen kwam het aanbod om in 2004 een seizoen te werken met Bruno Thiry. Dat was een enorme uitdaging, want mijn studies waren nog niet afgelopen en wij reden in eigen land en in Europa. Het schooljaar was toen geen lachertje, in tegendeel het was echt zwaar. Anderzijds, met de ervaring naast Bruno zou ik op het einde van het seizoen makkelijker een zitje vinden, ook als Bruno zou stoppen, althans dat dacht ik… Maar het was niet het geval, want er waren weinig verschuivingen tussen rijders en corijders dat tussenseizoen en als er geen rijder is, dan mag je nog goed zijn, dan heb je geen programma. Mijn vader en mijn moeder waren erg realistisch en vertelden me dat mijn droom deels was uitgekomen, met name het seizoen met Bruno Thiry, maar dat ik nu realistisch moest zijn en mij focussen op het vinden van echt werk. Ik moest weer met mijn voeten op de grond terecht komen. Ik had mijn diploma op zak en ging de arbeidsmarkt op, waarbij ik een job vond als coördinator in een busbedrijf. Echter na een jaar beseft ik dat ik niet gelukkig was, ik miste de rallywereld erg. Ik kreeg de mogelijkheid om voor Bernard Munster te gaan werken. Hij had zijn eigen team en zocht iemand die de logistiek kende, kon coördineren en zelfs soms kon inspringen als corijder, maar ik diende ook onderdelen te verkopen enz. Ik heb daar anderhalf jaar gewerkt en dat was een harde, maar goede ervaring. Het was bijzonder veeleisend, maar ook leerzaam omdat er erg veel diverse vereisten waren. Ik kwam tot het besluit dat ik als bediende moeilijk nog corijder zou kunnen zijn, het was een kwestie van tijdsindeling uiteraard. Als freelancer zou dat makkelijker moeten gaan. Ik stopte bij Bernard – eigenlijk kreeg ik mijn C4 – en vanaf dan was ik freelance. Na mijn passage bij Bernard, beseft ik dat gewoon wat kleine rally’s rijden onvoldoende zou zijn om van te leven, want je hebt een inkomen nodig. Ik vond een andere opdracht, met name in masten klimmen, masten voor het netwerk van mobiele telefonie. De gelijkenis was alvast dat in beide gevallen ik een helm droeg… het was misschien niet rally rijden, maar ik kreeg er ook een soort adrenaline rush van, wat niet het geval is in een bureau. Het was een vriend die maakte dat ik dat kon beginnen doen en zo was ook organisatie voor de rallywedstrijden makkelijker.”

De kans met Bruno Thiry was echter enorm! Bruno was een voorbeeld voor vele rijders en in 2004 moest hij naar een nieuwe corijder op zoek. Bruno zocht een toegewijd iemand, iemand die de job kende en Nico stond op de ‘Thiry shortlist’. Nico’s harde werk was faam beginnen krijgen. Maar een kater had alles om zeep kunnen helpen. Nico legt uit…

“Ik kreeg op een vroege zondagochtend een oproep. De avond voordien was het de verjaardag van mijn oom en eerlijk het was laat geworden en ik was niet helemaal nuchter mijn bed in gekropen. Ik nam mijn telefoon niet op want ik wilde gewoon slapen. De GSM bleef echter bellen en ik nam uiteindelijk op. Het was de goede vriend waar ik die rally mee had gereden en hij vroeg me of hij mijn manager mocht worden. Ik dacht echt “What the F…?!” Vervolgens legde hij mij het geval van Bruno uit en dat er nog maar twee à drie weken waren voor de start van het seizoen. Er was echter geen oplossing voor de plaats van corijder en Bruno wist ook dat dit mogelijk zijn laatste seizoen als fabrieksrijder zou zijn. Ik had hem eerder al ontmoet en ik vond het een fijne ontmoeting. Hij zei me dat hij onder de indruk was van mijn prestaties in historische evenementen. Zo had ik de Monte Carlo Historic Rally al 6 of 7 maal gereden alvorens in WRC aan te treden. Ik werd er tweemaal vierde en hij wist hoe moeilijk dat zoiets was en welke voorbereiding er aan vooraf ging. Hij was onder de indruk van hoe professioneel mijn methode was. Op zijn shortlist stond ik bovenaan. Enkele vrienden van me hadden bij hem aangedrongen om me op de lijst te zetten. Onder hen ook de voormalige Citroen Racing boss Yves Matton, die een goede vriend van Bruno is, had me zelfs aanbevolen. En op die manier werd hij er toe aangezet om met mij te werken. Kijk, voor mij was het een droom die uitkwam. Wij gingen van start in de Boucles de Spa, toen nog op een steenworp van mijn ouderlijke woning en we reden met de #1. Ik vroeg Bruno tijdens de verkenning of het allemaal geen grap was. Ik genoot zo van de ervaring dat ik zo’n grap weinig zou gewaardeerd hebben. Maar het was uiteraard geen grap. De eerste wedstrijd kende ik als mijn broekzak, maar de tweede proef, de Mille Miglia in Italië, in de bergen, dat was al iets anders! Het was toen de moeilijkste wedstrijd waar ik al in gereden had. Er waren veel goede rijders, ook lokale kerels, die erg snel waren en over goed materiaal beschikten! Maar als het moeilijk is, leer je eens zo snel! Je doet je werk en maakt stappen progressie.”

Thierry Neuville

De periode met Thiry was succesvol en hij zou nog een aantal malen samenwerken na 2004. De jonge corijder deed het ook met andere rijders en dat in diverse kampioenschappen in binnen- en buitenland, waaronder het Belgische en het Franse kampioenschap en historische events zoals de East African Safari Classic Rally. Zijn WRC debuut volgde in de Monte Carlo in 2007 met Luc Dewinter. Gilsoul had echter nog geen permanente partner, doch dat zou veranderen. De jonge Belgische belofte Thierry Neuville was aan zijn opmars bezig en zocht ook een vaste partner. En wie kwam hij tegen?
“Dat is een goede vraag. Ik ben nu 34 en Thierry is nu 28 dus ik beschik over iets meer ervaring dan hij. Op het moment dat hij startte was ik al bezig, en ik zat in mijn periode met Bruno Thiry. Iemand van Luxemburg had aan Bruno voorgesteld om enkel in Luxemburg en in Duitsland te rijden. Ik deed onder meer wedstrijden met Bruno in de C2R2 Max. Thierry was net gestart met zijn carrière en Bruno is van dezelfde plek afkomstig, (St. Vith) als Thierry. Bruno was in die periode een van de toppers, naast Freddy Loix en Francois Duval en dus was het logisch dat Thierry Bruno zou ontmoeten. Ik was navigator van Bruno en Thierry reed met een vriend. Na enkele seizoenen kwam het besef dat zijn corijder niet echt voor een topcarrière in de wieg was gelegd en Bruno kwam met mijn naam op de proppen. Volgens Bruno was ik de beste optie, waarna Thierry twee wedstrijden met mij en twee wedstrijden met Nicolas Klinger afwerkte. Hij diende een keuze te maken en gezien Klinger meer relaties binnen WRC had, was het dat wat Thierry overtuigde. We toonden echter onze snelheid in de beide wedstrijden die we samen reden. We werden derde in de Rally des Antibes. Citroen racing had een competitie op poten gezet voor alle rijders met een Citroen C2R2 Max in Europa en dat was de rally in Antibes. Er waren goed 20 à 25 wagens, die allemaal identiek waren, om een goed zicht op de kwaliteiten van de teams te hebben. We wonnen van Bryan Bouffier en de helden uit Italië. Thierry reed een seizoen met Nicolas Klinger en daarna was het weer aan mij. Ik weet niet waarom, maar dat is ook niet belangrijk het verleden is het verleden en wat telt is dat we goed zijn samen. We zaten meteen weer in het ritme en vochten in Gran Canaria voor de zege. We werden derde, maar het verschil met Juho Hänninen was klein. In de Tour de Corse wonnen we! Dat was een super gevoelen! Op dat ogenblik was het allemaal niet zo makkelijk voor Thierry, maar na mijn comeback veranderde dat, waarom weet ik niet… Maar ik hoop dat ik er mee verantwoordelijk voor ben en dat is leuk.”

Het partnership tussen Neuville en Gilsoul was er dus weer en dat leverde meer dan een succes op. Ze waren beide erg gemotiveerd om succesvol in de rallysport te worden. Zonder hard werken en een voortdurende focus zou dat evenwel onmogelijk zijn en dat wisten ze ook. Het feit dat ze in de IRC sterk bezig waren, met zeges in Corsica en San Remo in 2011 was voldoende om de aandacht van de juiste mensen te krijgen. In 2012 gingen ze naar het Citroen Junior World Rally Team in WRC – onder meer als teamgenoten van negenvoudig wereldkampioen Sebastien Loeb. Ze hadden bereikt wat ze in eerste instantie als doel hadden en nu zou het een kwestie zijn van nog harder werken om ook hier te slagen.

“We werken echt hard en we hebben dat ook nodig in een omgeving waar iedereen extreem met zijn vak bezig is. Als je dat niet doet, raak je achterop. Zo kan je niet zeggen, na een goed resultaat in een rally, laten we zeggen Finland, ok, het ging dit jaar, dus volgend jaar zal ook wel ok zijn. We zijn erg efficiënt, al leeft Thierry in Monaco en ik in België. We hebben permanent contact via telefoon, email of Whatsapp. Het is makkelijk, ik weet wat Thierry nodig heeft qua informatie en gezien onze maturiteit doe ik wat nodig is. Als we een slecht resultaat hebben, bespreken we dat ook, kijken we waar het aan ligt en doen we wat nodig is, om het te verbeteren. We hebben altijd die mentaliteit.”

M-Sport...

Nico zat dus in WRC. Na jaren van navigeren in nationale en Europese events, had hij de top van de sport bereikt. In 2013 kregen ze een telefoon van M-Sport om het team te vervoegen, omdat hun talent er de deur voor had geopend. Maar er was nog een adder onder het gras.
“Ik herinner me dat we in 2013 het nieuws van M-Sport kregen en dat ik naar mijn ouders ging met de boodschap: ik heb goed en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat we een contract van een fabrieksteam hebben en het slechte nieuws is dat er geen ruimte is voor een salaris voor ons. Ik was niet zeker dat ik als installateur in de GSM-masten voldoende zou bijverdienen om mijn appartement te betalen en vroeg mijn ouders of ik één jaar weer thuis mocht wonen. En ze zeiden ja… het was vreemd op mijn 30ste weer thuis te wonen, maar het zou niet meer dan een jaar zijn. Dit was mijn laatste seizoen… Ik wilde geen druk op Thierry zetten, maar ik had stilaan een minimum aan comfort nodig. Kijk er was mijn leeftijd, mijn vrienden begonnen zich te settelen en een gezin te stichten… Ik stond daar nog zo ver vanaf. Ik heb toen al mijn energie in dat seizoen gestoken en 2013 was misschien ons beste seizoen. We kregen de volledige steun van het team en zelfs al wisten we dat we niet het volle budget hadden, dan nog zou team boss Malcolm Wilson altijd alles proberen te doen. Hij deed wat binnen de mogelijkheden van het team lag. Halverwege het seizoen waren wij het eerste team en dat met 100% steun van het team en dat was schitterend.”

... en Hyundai

Na één succesvol seizoen met M-Sport was het tijd voor iets anders. Er kwam een nieuwe constructeur naar WRC en zij hadden hun oog laten vallen op het succesvolle duo Neuville en Gilsoul. Het Hyundai WRT gaf het gegeerde en beloftevolle duo een contract. Het team had de middelen om er iets succesvols van te maken en daarmee begon een opwindende periode voor Nico en Thierry!

Ik kon het huis van mijn ouders verlaten! Het werd een fantastische periode vol met nieuwe ervaringen en mogelijkheden. Ik heb altijd met ervaren teams gewerkt, zoals M-Sport, Kronos in IRC… Dat waren ervaren mensen, die zeer efficiënt werkten. Met een nieuw team is dat geen vanzelfsprekendheid en we hebben allemaal intens samengewerkt om dat ook te bereiken. De eerste zege in Duitsland in 2014 was dan ook schitterend. De meest recente in Sardinië ook!”

Hoewel zeges enorm belangrijk zijn, zijn ze voor Nico niet de allerbeste herinneringen, voor hem zijn dat de echte uitdagingen… die resultaten voelen het beste aan. Sommige zeggen dat tweede worden niets betekent, wel voor hem is dat niet zo.

“Het is onmogelijk om één moment uit te kiezen in de rallysport, want er zijn er zoveel. Wel ik denk dan aan de tweede plaats in Finland met de Fiesta in 2013 of de tweede plek in 2015 met Hyundai… Dat zijn wedstrijden waar je ballen moet voor hebben. Als alles gaat zoals het moet, dan zijn wij tot het beste in staat.”

Gilsoul is amper 34, maar heeft bijna 20 jaar ervaring en meer dan alleen maar als corijder. Hij weet hoe moeilijk het is om een wedstrijd op poten te zetten. Hij kent de complexiteit van sponsorship en events. En hij is bovendien een geweldige corijder! Wie gaf hem advies en wie inspireerde hem?

“Voor mij is er niet een persoon, maar het is eerder een combinatie van meerdere fijne mensen die ik heb ontmoet. Als ik met mensen praat, ze ontmoet of er mee werk, dan leer ik er van. Ik probeer te bekijken hoe hun aanpak mijn werk kan verbeteren. Ik had niet echt één mentor, maar heb in al die jaren, van de geheime wedstrijden tot WRC, heel wat ervaren mensen ontmoet van wie ik altijd wel iets heb geleerd. Er is ook geen school voor corijders, dat is iets wat eigen is aan ons beroep. Het maakt het ook moeilijk, de boeken die er bestaan, zijn misschien 30 jaar oud! Wat wij doen is ook veranderd, al was het al maar onder invloed van veranderende reglementen. Ik denk dat een sleutelmoment mijn ontmoeting in mijn eerste East African Safari Rally met Dennis Giraudet was. Ik was al enorm vereerd dat hij me kende. Ik heb er van genoten om over enkele dingen te kunnen praten. Ik vind het fantastisch dat oudere, meer ervaren kerels me zeiden dat ik altijd om advies mocht vragen. Dat is wat belangrijk is, meer dan één persoon in het bijzonder.”

Zoals altijd is een kampioenschap winnen, het hoogste doel. Nico weet dat ook zeer goed…

“Mijn doel is wereldkampioen worden met Thierry, we hebben heel hard gewerkt om zover te komen. Soms moet je gewoon geluk hebben en dan vallen de puzzelstukken op het juiste moment samen. Maar dat is niet makkelijk. Je hebt een super team nodig en de rijder en corijder moeten op hun best zijn. Alleen dan is het mogelijk.”

Wat zou Nico met al zijn ervaring iemand meegeven die een carrière in de rallysport wil maken?

“Geduld is de sleutel… je moet ook echt een passie voor je vak hebben, want de tijd die je in de voorbereidingen van een rally investeert, is enorm. Ik heb ooit militaire kaarten verknipt en geplakt om een wedstrijd voor te bereiden. Je moet toegewijd zijn en betrokken! Anders ben je gemiddeld en dat is onvoldoende. Ik wil niet tot de middelmaat behoren. Dan stop ik liever en ga iets anders doen. Dat is mijn advies. Als je kan praten met mensen die ervaring hebben, doe dat dan! Zij kunnen je helpen en maken dat je geen fouten maakt. Dat heeft ook mij geholpen.”

Heel hartelijk dank aan de fantastische Becs Williams voor het interview.

Volg haar op Twitter @Becsywecsy